Ben jij klaar voor de toekomst?
Wow!
Je leeft vandaag. In de 21ste eeuw. Je bent slim, krachtig, ambitieus en hebt potentie. Je hebt één of meerdere kinderen tussen de 0 en de 21 jaar. Je voedt hen naar eer en geweten op, zorgt voor hen, troost hen, geeft het een zetje in de juiste richting, behoedt hen voor grote gevaren, alles wat ouders doen, doe jij. En, je bent er nog goed in ook!
Meestal dan
Soms ploeter je. Dan ben je ontevreden. Dan is je kind brutaal of juist teruggetrokken. Dan is de sfeer om te snijden en kan je niet ontdekken waar dat aan ligt. Dan is het alsof je tegen een muur praat. Dan is het alsof jullie niet dezelfde taal spreken.
Wat is er aan de hand?!
Waar heb je geleerd hoe je het goed moet doen?
Hoe was jij toen jij jong was? In 1960, 70, 80 of 90? Werd dat toen ook voor jou gedaan? Waste iemand je kleren? Vertelde iemand je je voorzichtig te zijn met oversteken? Leerde je dat niet iedereen belletje trekken leuk vond? Werd je naar school gebracht? Mocht je gaan logeren? Wie hielp je als je ruzie had met je vriendjes?
Veel van wat je nu doet heeft zijn basis in hoe je het ooit geleerd hebt als kind. Je leerde door je ouders die je voorbeeld waren, je leerde door je vriendjes op school, door je onderwijzer en door hoe de maatschappij je heeft gevormd. Door je familie die bij je was op feestdagen.
Wat waren de maatschappelijke normen? Wat was goed en wat kon niet? Wat zouden de buren ervan zeggen?
Je hebt geleerd met vallen en opstaan. Je weet dat ‘een boer laten’ in een volle schoolklas ‘not done’ is. Net als voordringen bij de kassa of op een verjaardag verschijnen zonder kadootje voor de jarige.
Door dat soort ervaringen heb je geleerd wat je wel en niet kunt doen. Hoe je je wel en niet gedraagt. De gedragspatronen die dat oplevert maken dat je kunt functioneren in de samenleving.
Met al jouw kennis sta je hier vandaag. Vanuit die unieke combinatie van jouw levenslessen en jouw unieke karakter begeleidt jij jouw kind vandaag de dag.
Het beste voor jouw kind
Wat voor jou goed werkte probeer je je kind bij te brengen, en je behoedt je kind voor de missers die jij maakte.
Je wilt het beter doen dan jouw ouders. Je weet hoe je het wel wilt en wat je niet wilt voor je kind. Je weet wat je zelf hebt gemist in je jeugd. Je weet wat je al worstelend hebt moeten leren. Je weet dus als geen ander wat jij als kind nodig had gehad.
Je wilt jouw kind geven wat jij nodig had.
Is dat ook wat jouw kind nodig heeft?
Dat kan zo zijn, maar hoeft niet.
Is het anders?
Jouw kind groeit immers op bij andere ouders, waarschijnlijk in een andere straat of plaats, met andere gezinsleden, zit op een andere school en heeft andere vriendjes. Jouw kind groeit bovendien 20 of 30 jaar later op dan jij. En oh ja, hij heeft ook een eigen karakter!
Jouw kind gaat leven in de samenleving die wij nog niet kennen. Jouw kind gaat levenslessen leren die wij niet kunnen beïnvloeden. Jouw kind gaat terugkijken op zijn jeugd en meningen hebben over hoe jij er als ouder voor hem was. Jouw kind gaat keuzes maken en die niet overleggen. Jouw kind gaat in de valkuilen trappen waar jij hem voor wilt behoeden. Jouw kind leert terwijl hij leeft. Net als jij.
Pijnlijke lessen
Met al onze ‘volwassen’ beste bedoelingen kunnen we kinderen behoeden voor belangrijke lessen. Lessen die wij hebben geleerd, die leerzamer waren dan welk gesprek met onze ouders dan ook. Lessen die even pijn deden maar die ons ook verder brachten en sterker maakten. Op die lessen heeft ook je kind recht.
Oergevoel
Als een leeuw bescherm en verdedig jij jouw kind. Je tolereert niet dat hem iets overkomt. Alleen het allerbeste is goed genoeg voor jouw kind.
Dit oergevoel is van belang, het maakt dat je gehecht bent aan je kind. Dat je er voor hem bent als het nodig is.
Soms slaat dit gevoel door. Dan is het lastig om te zien hoe realistisch het gevaar is. Dan is het moeilijk in te schatten of het voor het kind juist niet een mooie leerervaring kan zijn. Om zijn vindingrijkheid een kans te geven en zijn verantwoordelijkheidsgevoel.
Wat heeft je kind nodig?
Je bereidt je kind voor op een toekomst waarin hij zelfstandig zijn weg kan gaan, een dak boven zijn hoofd en brood op de plank kan krijgen, een bijdrage kan leveren aan de samenleving en dat allemaal over een aantal jaar. Die toekomst. Die wij niet kennen. Die toekomst vraagt om andere vaardigheden dan ons verleden.
De 3 belangrijkste punten zijn:
– Vertrouwen
– Omgaan met frustraties
– Verantwoordelijkheidsgevoel
Vertrouwen in zichzelf heeft je kind nodig. Hij gaat voor nieuwe uitdagingen komen te staan in zijn leven. Hij gaat oplossingen nodig hebben die wij niet voor hem kunnen bedenken. Hij heeft zelfvertrouwen nodig om problemen te onderzoeken, om hulp te durven vragen, om hulp aan te bieden. Hij heeft vertrouwen nodig in de toekomst om stappen te zetten die niet voor de hand liggen, maar hem wel verder helpen.
Kunnen omgaan met frustraties maakt dat je kind tegenslagen aan kan. Hij is even uit het lood geslagen, maar kan zich herpakken na een tegenvaller. Dat het leven niet altijd om hem draait en dat hij soms overgeslagen wordt is soms bitter. In een toekomst met nieuwe ervaringen zal er ook veel niet zo gaan als hij hoopt en jij voor hem wenst. Geloven dat dit niet het einde betekent en met deze frustraties om kunnen gaan maakt hem krachtig.
Verantwoordelijkheidsgevoel helpt hem om zijn steentje bij te dragen. Laat hem zijn eigen problemen oplossen. Het kan hem helpen om problemen die hij tegenkomt aan te pakken. Het maakt dat hij anderen kan helpen waar hij kan. Het maakt dat hij een prettig mens in de omgang is en eerlijk tegen zichzelf en andere kan zijn. Het maakt dat hij zijn grenzen kan kennen en er naar handelen. Hij kan zijn missers onder ogen zien zonder zijn successen te vergeten te oogsten.
Kan jij als leeuw, die jouw kind beschermt, een klein stapje naar achter (of opzij) doen en je kind bovenstaande mogelijkheden geven?
De toekomst begint vandaag.
Geef je kind de ruimte.