Ben jij wel goed genoeg?

14-5-2012:

Je wilt je kind opvoeden. Je wilt je kind een mooie toekomst geven. Je wilt hem voorbereiden op het leven als een verantwoordelijke, gezonde volwassene.

In hoeverre heb je dat in de hand? Wat heb je nodig en welke factoren spelen een rol?

Wie heeft er invloed?
Je kind zelf. Als unieke persoon, op deze wereld in zijn eigen lijf. Met zijn eigen eigenaardigheden. Met zijn eigen voorkeuren en handigheden. Verschillend van alle andere kinderen is hij helemaal zichzelf.

Jij als ouder bent een factor. Hoe jij je kind benadert. Wat jij hem vertelt. Hoe jij hem begeleidt in de lessen die hij leert. Welke gewoontes jij hem aanleert. Hoe jij in je vel zit. Jij met jouw unieke kijk op de wereld begeleidt je kind op jouw unieke manier.

Jouw partner. Als je die hebt. Met net iets andere opvattingen. Een iets andere aanpak. Soms leidt dat tot ruzie onderling. Soms juist tot een luchtige oplossing van een situatie die spaak dreigde te lopen. Jouw partner heeft net als jij die unieke kijk en aanpak. En daarmee een unieke invloed op jullie kind.

De invloed van je familie en vrienden. Zij zijn de terugkerende personen in het leven van je kind. Ze nemen een bijzondere positie in. Hij kan zich verbonden voelen met mensen buiten zijn gezin. Je kind kan hen gebruiken om redelijk veilig te oefenen met hoe de wereld buiten zijn gezin in elkaar steekt.

Opvang, peuterspeelzaal, school, wellicht de kerk en andere organisaties die zich over jouw kind ontfermen. Een grote rol is weggelegd voor deze mensen. Een deel van de opvoeding en verantwoordelijkheid besteed je uit aan deze mensen. Jouw kind wordt opgevangen in een groep, veelal leeftijdsgenoten. De stap naar de maatschappij wordt weer een stukje kleiner.

En dan de leeftijdsgenoten. Naarmate ze ouder worden neemt hun invloed toe. Leren van en met elkaar. Samen opgroeien en de wereld ontdekken. Samen keuzes maken en je eigen pad vinden. Vriendjes, vriendinnetjes, maar ook ‘die grote kinderen’ hebben invloed op jouw kind.

De formule
Dus de formule voor het grootbrengen van een kind bevat die variabelen. Een kind is meer dan een hompje klei dat zijn ouders net zo lang kneden tot zij het volmaakt vinden.
Een kind staat bloot aan vele invloeden en gaat op zijn eigen wijze met al deze invloeden om.

Dat een kind lekker in zijn vel zit is te danken aan de combinatie van factoren en de wisselwerking met het kind.

En als de formule niet klopt?
Als het kind (even?) niet lekker in zijn vel zit? Wat dan?

Dan gaan we zoeken naar een schuldige. Wie heeft die steek laten vallen?! We kijken dan direct naar onszelf. Dat stemmetje in je hoofd dat zegt dat je het niet goed genoeg doet, te weinig tijd voor je kind maakt, zelf niet het goede voorbeeld gaf. Om kort en duidelijk te zijn: Jij bent geen goede ouder.

En is het niet zo dat je ook op deze manier naar andere gezinnen kijkt? Als het met een kind niet lekker gaat, kijk je automatisch naar hoe de ouder in kwestie over het kind oudert. Je kijkt naar de ander net zo kritisch als naar jezelf.

Hoe dan wel?
Kijk nog eens wat langer. Naar jezelf. Naar die ander. Probeer te zien wat jij ervan vindt. Los van de mening van jouw interne criticus.

Probeer te zien welke inzet de ouder levert. Probeer te zien hoe hij zijn best doet om het kind iets te leren of af te leren. Kijk naar welke variabelen er invloed hebben. Probeer te zien dat het ook zijn doel is het kind tot een verantwoordelijke, gezonde volwassene te helpen uitgroeien. Stop ermee om over hem te oordelen. Vraag hem liever hoe je hem kunt helpen.

Laten we milder voor onszelf zijn. Laten we milder over andere ouders zijn.Want iedereen wil het allerbeste voor zijn kind.