Juf – Over hoe een kersverse hbo docent zich handhaaft

juf

“Mijn moeder is een juf”, hoorde ik mijn kleuterzoon zo nu en dan zeggen. En met gemengde gevoelens liet ik die opmerking resoneren. Was ik eigenlijk wel een juf?

Zo ging het:

Direct aansluitend aan mijn studie ben ik gaan doceren. Hbo docent. Wat een eer. Part-time, zodat ik ook zou kunnen ondernemen en de praktijk en theorie elkaar konden versterken. Doceren binnen dezelfde opleiding als die ik net, in een geïntensiveerd traject, positief had afgerond.

Ja, docent. Zo zijn als een docent, zo wilde ik het ook. Als docenten die precies wisten hoe het zat. Docenten die precies de juiste vragen stelden en je zodoende een forse groeipijn bezorgden. Docenten die precies de juiste snaar wisten te raken. Docenten die werkvormen inzetten die je hielpen een model feilloos te begrijpen en toe te passen. Docenten die eindeloos konden vertellen en waarnaar je geboeid kon luisteren. Uren achter elkaar. Moeiteloos.

Ik wilde wel dat studenten ook zo aan mijn lippen zouden hangen. Dat ik hen, behalve voorbereidde op het tentamen, hielp met de voorbereiding voor hun o zo belangrijke beroep. Pedagoog. Dat ik een schakel was voor de toekomst van alle kinderen in Nederland waarmee deze studenten te maken zouden krijgen. Dat ik zodoende echt een verschil zou kunnen maken.

En zo stapte ik vol enthousiasme, met een groot gevoel van verantwoordelijkheid en misschien ietwat overhaast en onvoldoende doordacht in mijn nieuwe baan.

Ik stelde mezelf voor. Docenten, opeens collega’s, aan wie ik opnieuw een hand gaf. Collega’s die mij aan anderen voorstelden en mijn achtergrond toelichtte. Ik voelde de verwachting. Die Maaike, ijverige, intelligente studente, die was blijven hangen en die nu mooi lid was van het team.

Ik leerde hoe het achter de schermen werkte. Ik ervoer hoe een opleiding en het curriculum opgebouwd is, hoe docenten samenwerken, maar vooral hoeveel ze alleen doen. En alleen doen betekende voor mij, nieuwbakken docent met weliswaar pedagogische, maar zonder didactische achtergrond, ploeteren. Hevig ploeteren.

De avond voor de eerste les heb ik tot laat doorgewerkt. Te laat. Geen enkele arbo arts of manager zou dat goed mogen keuren. Achteraf bleek dat het niet alleen die eerste avond te laat was. Eigenlijk was elke avond voor een college te laat.

De modulehandleiding, inclusief weekplanning en eindcriteria in de ene hand en de literatuur in de andere hand. Een zorgvuldig ontwikkelde diapresentatie op het bord. In mijn achterhoofd tips en aanmoedigingen van mijn kersverse collega´s. En zo scharrelde ik voorzichtig de eerste les in.

Een deeltijd groep. Tweedejaars. Volwassenen. Net als ik. Mijn leeftijd. Sommigen jonger, sommigen ouder. Qua studiemateriaal liep ik een paar jaar op hen voor. Daarmee was ook alles gezegd. Een klas bomvol met stevige praktijkervaring. Ervaringen waar ik jaloers op was. Een klas die als geen ander aanvoelde dat ik als groentje ervoor stond. Een klas die scherp was. Kritisch was. Maar ook welwillend.

Ik heb die les overleefd. Elk woord voorzichtig afwegend. Elke beweging en elke blik zorgvuldig doordacht. Bij het afsluiten van het lokaal een gevoel van triomf. Maar ontzettend op mijn tenen en uitgeput.

Zo voelde het in het begin. De eerste periode. Dit hoort bij het opstarten, zo hield ik mezelf voor.

Alle lessen in de 2 jaar die ik daarna gaf ging ik met vrijwel dezelfde spanning in. Met dezelfde belachelijk grondige voorbereiding. Met dezelfde drive om het goed te doen door op mijn rolmodellen proberen te lijken.

En nee, natuurlijk was het niet altijd hetzelfde. Immers, elke les, elke klas, elke student, elk contact is anders. Anders ja. Zowel positief als negatief. Successen behaalde ik en ik stond voor hete vuren. En elke les was er weer die tornado van emoties en stress.

Het werkte niet voor mij.

Uiteindelijk heb ik besloten ermee te stoppen. Ik heb mijn baan teruggegeven. Ondanks toegezegde contractverlenging, didactische opleiding in het vooruitzicht, lovende woorden, goeie beoordelingen, positieve resultaten en mijn enorme drive, paste het niet.

Want nee.

Die kwaliteit leveren die studenten, in mijn ogen, verdienen kan ik niet. Niet op de manier en in het systeem waar ik in zat. Ik zou nooit de uren kunnen maken die nodig waren om met min of meer een goed gevoel een klas in te kunnen lopen zonder daarbij mijn persoonlijke en lichamelijke grenzen uit het oog te verliezen. Ik kon de spanning niet meer aan die bij het ´docentje spelen´ kwam kijken. Ik was en ben geen juf.

Ik ben wel iemand die van leren houdt. Iemand die leren en ontwikkelen mogelijk wil maken. Iemand die bijdraagt aan die mooiere wereld voor alle grote en kleine mensen. En dat doe ik ook. Achter de schermen. Op mijn manier.

1 antwoord
  1. Indra
    Indra zegt:

    Lieve Maaike,
    Ik denk dat zoonlief gelijk heeft met ‘mijn moeder is een juf’! De zin niet letterlijk nemend maar de diepe betekenis zoekend achter deze woorden. Een juf heeft iets te leren aan de ander…. en vooral als dit vanuit haar hart komt!! Ik denk dat jouw lieve zoon jouw vooral wil aanmoedigen en ‘eren’ met deze woorden. Zeker weten ook recht uit zijn hart!! Wat wil jij ‘de ander’ leren? Gouw waard een goede juf! liefs Indra

Reacties zijn gesloten.