Zoo boos – mijn golf in woorden
Ik kwam het tegen. In een vergeten mapje. Een flard. Woorden. Over mijn intense boosheid van een tijdje geleden. Woest was ik.
En ik vond ze mooi.
Ik wil ze graag delen.
De persoon in kwestie… tsja… die wil ik hier en nu buiten schot houden. Is niet meer relevant. Die persoon noem ik hier maar even ‘Harry’.
Maar dat gevoel van boosheid. Zo intens. En zo naar. Maar ook zo fijn omdat het zo puur is. Omdat het iets in beweging zet. Het een deel van een golf is, hoog of juist laag en daarna is het anders. Tenminste… als intens beleefd.
Tsja, zo werken gevoelens bij mij. Als een golf.
Komt ie:
zoo boos.
toen mijn man bij thuiskomst zei: “Harry benadrukte nog, de deur staat altijd voor je open”
man keek me aanmoedigend aan.
alsof ik er toch eens gebruik van zou moeten maken.
alsof ik dat niet al talloze keren had gedaan.
alsof ik niet talloze keren afgewezen was en voor een gesloten stalen deur stond.
alsof ik een robot ben, die niet leert van eerdere ervaringen.
alsof ook man vond dat ik maar eens wat moeite moest doen.
alsof ook man me niet begrijpt.
zoo boos om Harry.
omdat zijn deur niet open staat. zelfs niet als het in zijn beleid is gegoten.
boos om hem.
omdat hij me zo machteloos en dom laat voelen. omdat hij niet kan zien wat er gebeurt. niet ziet welke bijwerking zijn ijzeren bewind heeft.
zoo boos om de keer dat ik een afspraak had, eigenlijk andere prioriteiten had, en hij me 15 minuten liet wachten.
zoo boos om de keer dat ik op papier uitgenodigd werd, maar eenmaal aanwezig werd verteld dat ik niets mocht zeggen.
zoo boos om de zeldzame keer dat we in gesprek waren en nog voor de beltoon hoorbaar was, hij de telefoon aannam en uitgebreid besprak hoe het met de voorraad kopieerpapier stond.
zoo boos om de keer dat hij me recht aankeek en zei ‘kan niet beter!’ toen ik vroeg hoe het met hem ging.
zoo boos om de keer dat ik hem om meer informatie kwam vragen en me verteld werd dat ik dan beter had moeten lezen.
zoo boos om de keren dat hij van van me wegkeek werd als ik voorbij liep
zoo boos om de mensen die hij bang heeft gemaakt
zoo boos om de sfeer die hij verziekt heeft
zoo boos op mezelf dat ik het zover heb laten komen.
kokend bloed en biggelende tranen
trillen op mijn benen.
woede in mijn hoofd.
tranen op mijn wangen.
woorden uit mijn mond.
deuren die vliegen uit mijn handen.
handen die daarna vuisten worden…
radeloos en boos.
onrustig en vol vuur.
keer op keer die open deur die niet klopt met de werkelijkheid
die deur van staal.
die blik van staal.
keer op keer.
En wees niet bezorgd. Deze golf van woede is inmiddels gepasseerd en het gat in de muur weer gedicht.
Te lang niet gepraat. Te lang niets gedeeld. Zelfs geen koffie. De wereldwinkel gaat dicht. De fair trade koffie raakt op… En ik ben NIET bang voor je. Ook al schieten je ogen fonkelend vuur. Ook niet als je onrustig bent, als er rook uit je oren komt, je orkaan van woede me wil wegvagen. Dan begin ik gewoon een hulpactie voor mezelf… Je krijgt mij niet kwaad. Albert
Jij mij ook niet Albert.