Hoe het afkicken van Internet me verging

Verslavingsbestrijding.

Want ik voelde wel aan dat ik te ver ging.
Dat ik te veel aan mijn beeldschermen hing.
Meer dan ik wilde.
Of een deel van mij wilde.
​​
Want een ander deel wilde non-stop online zijn. Wilde weten hoe het zit. Onderzoeken wat er te onderzoeken valt. Wilde contact met iedereen onderhouden. Altijd.

Waarom weet ik niet. Maar ik wil het wel.

Het is ziek.
Het voelt als roken.

Teveel

Te vaak

En te onbeheerst

Of eigenlijk, het beheerst mij.

Ongezond.

Dus ik besloot 3 offline weken in te lassen. 2 fulltime off-line, 1 parttime week.Die laatste online-avond trok ik, nadat ik mijn lange takenlijst afgewerkt had, de stekker eruit. Niet letterlijk, maar ik verwijderde zoveel mogelijk aandacht-trekkende-apps. Ik zei gedag op de sociale kanalen waar ik met regelmaat te vinden was. Ik stelde mijn out-of-office-melding in en maakte van mijn smartphone een phone.

En toen merkte ik het pas echt wat de invloed van Internet op mij is.Het eerste uur was akelig. Ik was onrustig. Ik merkte hoeveel neigingen in moest onderdrukken. De neiging om te checken of ik nog een nieuw berichtje had, of er nog nieuws was op de nos-app, of ik even kon googelen wat het kampeerweer de komende periode was. En ook de neiging om te delen wat dat ontbreken van Internet met mij deed, miste ik.

Confronterend vond ik het.

verslavingsgevoelig

Confronterend vond ik ook de volgende ochtend. Kennelijk schopt gebrek aan ‘onlineheid’ ook mijn ochtendritueel in de war. Het ontbreken van mijn gebruikelijke rondje apps was raar.

Later die dag ging ik voor het eerst in tijden van huis zonder mobiel. Ik was een uur of 2 weg en kon toen genieten van het gebrek aan bereikbaarheid. Ik was trots en keek meewarig naar Internet-gebruikers om mij heen. Ze hadden blauwe beeldschermsnoetjes en waren onbereikbaar, in gedachten elders…

Mijn gebrek aan online-bereikbaarheid was fijn. Wat kon er zo belangrijk zijn dat men mij nodig had? En als ik echt nodig zou zijn geweest, dan wist mijn thuisfront mij te vinden. Een bevrijding was het.

En dat bleef die dagen en weken zo.
Dat de afwezigheid van internet mij plots zou inspireren tot Grootse zaken, bleek onjuist. Ik was nog steeds mijzelf. Zonder Grootse muzikale, spirituele, creatieve, tekstuele uitspattingen. En met mijn eigen, soms chaotische gedachten en gedragingen.
Maar met dat Grote verschil dat de buitenwereld niet continu lonkte in mijn broekzak.

Het gaf rust.
Een verademing.
Mijn systeem had meer bandbreedte.

Mij is duidelijk dat ik erg gevoelig ben voor het lonken van die buitenwereld. Enerzijds wil ik niks missen en alle kersverse en broodnodige kennis verzamelen en bovendien delen. Anderzijds wil ik contact.Want van beide kan ik enorm genieten. Ik kan er zo van genieten dat ik, nu ik de afgelopen dagen voorzichtig mijn inbox opende en weer wat online rondsnuffelde, direct weer in de valkuil stapte.Ik stapte er vol in.

Ik werd weer meegesleept en verviel weer in mijn oude patroon. Vrijwel alle apps werden weer geïnstalleerd en ik slurpte alle informatie van de buitenwereld met volle teugen naar binnen.

Al die verleidingen die zich stiekem in mijn beeldscherm hebben verstopt maken mij week. Ze doen een sterk appèl op mij, ik ben weerloos en doe weer mee.

Met dat verschil dat de ervaring van de afgelopen weken, de rust van het gebrek aan internet, mij zullen helpen om mijn onlineheid te reguleren als ik vanaf nu weer officieel online ben.